Waarom de culturele sector geld moet lenen

Als ik zeg cultuur… waar denk je dan aan? Kan je dit begrip in relatie brengen met ondernemerschap, winst maken, risico’s nemen, kapitaal lenen en dat slim investeren?

Vanaf vandaag wel!

Want ik vertel je dat ik van dichtbij zie dat de culturele sector innoveert, professionaliseert en verzakelijkt. Dat de behoefte naar nieuwe financieringsmiddelen groeit. Omdat we allemaal keihard roepen dat die culturele sector meer ondernemerschap moet tonen en minder afhankelijk moet zijn van subsidies. Guess what? Inmiddels hebben al heel veel culturele instellingen en ondernemers die omslag gemaakt.

Cijfers van het Ministerie van OCW laten zien dat de eigen inkomsten van culturele instellingen aanzienlijk zijn toegenomen. Ook wordt er steeds meer financiering gehaald uit sponsoring. De Vrije Universiteit Amsterdam deed onderzoek en zag dat bedrijven in 2015 flink meer zijn gaan bijdragen aan cultuur dan de jaren daarvoor: in totaal € 219 miljoen. Ook crowdfunding doet het goed. Voordekunst – één van de meest populaire culturele crowdfunding platforms van Nederland – draaide in 2017 het meest succesvolle jaar ooit. 

En toch is er iets vreemds aan de hand…

Ondanks het toegenomen ondernemerschap en eigen vermogen, kunnen culturele instellingen en ondernemers nauwelijks terecht bij een bank voor een lening om te voorzien in hun financieringsbehoefte. Dus nu is de sector klaar om te investeren en innoveren, maar geven de banken niet thuis. Hallo marktfaal!

Gelukkig zag Cultuur+Ondernemen dat ook. Zij verstrekte al microkredietleningen (tot max € 5000), maar zag meer potentie. Samen met de Gemeente Amsterdam en het Amsterdams Fonds voor de Kunst namen zij in 2013 al het initiatief om de eerste regionale cultuurlening in te richten. Gewoon zoals lenen bij een bank, maar dan bij de overheid. Met aantrekkelijke voorwaarden natuurlijk: een passende lage rente, lange aflossingstermijnen en professionele begeleiding.

 En al snel meldde zich meer geïnteresseerde overheden! De Provincie Utrecht (samen met de Gemeente Utrecht en het K.F. Hein Fonds) en de Provincie Noord-Brabant (samen met BKKC) volgden in 2014. Dat jaar daarop was ook het Ministerie van OCW overtuigd en gaf Cultuur+Ondernemen de opdracht om een Landelijke Talentlening in te richten. Al het kapitaal werd in een apart fonds gestopt – het Fonds Cultuur+Financiering. Vorig jaar ging ook de Gemeente Almere overstag.

Heel cultureel Nederland de mogelijkheid bieden om te groeien!

Dat is mijn missie. Om iedere culturele instelling of ondernemer die een aanvullende financieringsbehoefte heeft, de vrijheid te geven om te investeren en daardoor te groeien.

Vaak wordt gezegd dat cultuurleningen hiaten opvullen in het subsidie- en fondsenbeleid. Omdat het financieringen mogelijk maakt die normaal niet in aanmerking komen, zoals de aanschaf van apparatuur, investeren in marketing en pr, het inhuren van externe experts, het bekostigen van atelierruimte of zelfs het realiseren van een hele verbouwing van het pand. Allemaal financieringsdoelen die bijdragen aan de professionaliteit van de instelling of ondernemer, maar waarvoor banken doorgaans niet thuis geven. 

De ervaringen met de huidige regionale cultuurleningen geven gelukkig al aan dat investeren in cultuur loont. En dus volgen er meer…

Momenteel ben ik vanuit Lysias Advies – in opdracht van 4 (!) provincies – aan de slag met de inrichting van nieuwe regionale cultuurleningen. Super spannend! Hopelijk kan ik héél binnenkort goed nieuws met jullie delen…”

Lenen is niet geschikt voor iedereen, maar subsidies ook niet!

Om te kunnen lenen moeten instellingen en ondernemers natuurlijk een verdienmodel hebben, met een businessplan en een kloppende begroting. Want een lening – hoe gunstig ook – moet afbetaald worden. Uiteindelijk wordt de aanvraag dus vooral vanuit financieel oogpunt beoordeeld. Het speciaal ontworpen Lenen- en Trainenprogramma ondersteunt (potentiële) aanvragers met de financiële verantwoording. En de inhoud? Dat laten we aan de culturele experts uit de sector zelf over. Daar zitten heel wat culturele instellingen en ondernemers al heel lang op te wachten: een verstrekker die zich niet hoeft te bemoeien met de inhoud. Heerlijk, die artistieke vrijheid!