Het haalbaarheidsonderzoek toont aan dat de Zeeuwse creatieve sector positief staat tegenover een regionale cultuurlening en dat er potentie is; creatieve ondernemers en instellingen hebben op basis van concrete investeringsdoeleinden interesse in een regionale cultuurlening. Hierbij zijn een aantal voorwaarden essentieel in het al dan niet slagen van het instrument, waaronder het lokaal loket, het begeleidingstraject en de communicatie. Voor het vervolg zijn grofweg drie scenario’s denkbaar: 1) het inrichten van een eigen leenfaciliteit, 2) samenwerking met het Fonds Cultuur+Financiering in het inrichten van een Cultuurlening Zeeland (op basis van de geschatte potentie kan het fonds een overeenkomst op maat maken) of 3) het toegankelijk maken van bestaand instrumentarium (de Landelijke Talentlening, in samenwerking met het Fonds Cultuur+Financiering verder onder de aandacht brengen bij de Zeeuwse creatieve sector, en afzien van een eigen leenfaciliteit). In de onderbouwing van de drie scenario’s zijn met name de volgende vier factoren bepalend geweest: omvang van de sector, gevraagde inspanning van de initiatiefnemer, belang van heldere communicatie en het belang van een lokaal gezicht.