Geef culturele professionals hun artistieke vrijheid terug

Beleidsdoelen maken kunst voorspelbaar. Ik kan inmiddels van een afstand zien of kunst gesubsidieerd is of niet. Dat klinkt cynisch, maar de culturele professionals zijn het ongetwijfeld met me eens. Tegenwoordig lijkt het subsidiëren van kunst en cultuur alleen nog gerechtvaardigd als het leidt tot voldoende maatschappelijk en economisch rendement. De beleidsmaker is verplicht daartoe een lijst met subsidievoorwaarden op te stellen. Deze voorwaarden zijn geen richtlijnen, maar keiharde eisen waaraan culturele professionals moeten voldoen. Kunst en cultuur gevormd door beleidsdoelen: het resultaat is net zo dodelijk saai als het gehele subsidietraject an sich.

De kracht van kunst en cultuur is experiment

Natuurlijk wil de culturele sector graag laten zien dat zij aan de gestelde voorwaarden voldoet: de afgelopen jaren heeft de culturele sector – meer dan ooit – haar bestaansrecht daadwerkelijk aan moeten tonen. Met succes; het nieuwe kabinet gelooft in de kracht van cultuur en gaat extra investeren. Minister Van Engelshoven (OCW) stelt in haar brief aan de Kamer ‘Cultuur in een open samenleving’ dat cultuur van belang is omdat zij een thermometer is voor onze tijdgeest.

“Cultuur kan vooruit lopen op de tijdgeest en die (mede)bepalen. Cultuur kan de tijdgeest vangen en ertegenin gaan.” 

Quote Minister Van Engelshoven (OCW) – Cultuur in een open samenleving Prachtig geformuleerd, maar wil cultuur echt van invloed zijn op onze tijdgeest, dan moeten we cultuur juist de vrijheid geven om grenzen op te zoeken en deze te verleggen. Dan moeten we ruimte bieden voor experiment en hierin investeren. Maar zonder subsidievoorwaarden! Want écht cultureel experiment – dat gericht is op vernieuwing en ontwikkeling – laat zich niet bepalen door vooraf opgestelde kaders en doelen die bedacht zijn vanuit de huidige tijdgeest.

Artistieke vrijheid? Geen sprake van!

Terwijl de culturele sector juicht om extra geld, maak ik me dus vooral zorgen. Want hoe gaat dat extra geld voor cultuur straks besteed worden? En bovenal: onder welke voorwaarden? In dezelfde brief aan de Kamer nodigt de minister fondsen uit om in de aanloop naar de nieuwe periode na te denken over hun bestaande instrumentarium en waar nodig nieuwe voorstellen te ontwikkelen. Daarnaast wordt aan overheden gevraagd een regionaal cultuurprofiel op te stellen. Kortom, de beleidsmaker is weer eens aan zet. En de culturele professionals uit het veld? Die kunnen straks in de regeling lezen waar hun kunst aan moet voldoen willen zij rekenen op financiële steun. Artistieke vrijheid? Geen sprake van!

Cultuurleningen zijn populair

Naar mijn idee is voor artistieke vrijheid binnen culturele projecten wel een oplossing gelegen in een cultuurlening. Maar komt het cultureel experiment hiervoor wel in aanmerking? Tijdens één van mijn projecten sprak ik een culturele professional die me vertelde dat hij zijn artistieke vrijheid gewoon had gekocht. Hij had het dus over een cultuurlening. Provincie, gemeente of fonds biedt een lening aan, met een laag rentepercentage en lange afbetalingstermijn. Dat is nodig, want banken vinden investeren in cultuur vaak te risicovol. Dus springt de overheid in. Een interessante aanvulling op het huidige culturele financieringsklimaat, want bij de beoordeling van een aanvraag vindt alleen een financiële toets plaats. Geen inhoudelijke bemoeienis, subsidievoorwaarden of eindverantwoording. De cultuurlening is dan ook populair: cijfers van het Fonds Cultuur+Financiering – initiatiefnemer op het gebied van cultuurleningen in Nederland – laten zien dat in 5 jaar tijd 230 cultuurleningen zijn verstrekt voor een totaalbedrag van 2,6 miljoen euro.

Investeer in het cultureel experiment

Is een cultuurlening dan dé oplossing? Voor heel veel culturele projecten wel, maar – op basis van de gesprekken die ik voer met culturele professionals – blijkt helaas dat het experiment vaak niet in aanmerking komt voor een lening. Het experiment is namelijk niet per definitie marktwaardig. En zonder verdienmodel geen lening. Als je het mij vraagt ligt hier een grote kans voor de minister én de fondsen, de provincies en de gemeenten. Een kans om het extra geld voor cultuur beschikbaar te stellen voor het cultureel experiment. Niet alleen omdat dit zich lastig laat financieren via andere wegen, maar vooral omdat het cultureel experiment van onschatbare waarde is in relatie tot onze tijdgeest. Juist in het experiment worden huidige gewoontes, patronen en aannames doorbroken. Juist in het experiment vindt de ontwikkeling plaats.

Daarom is er maar één bestemming voor dat extra geld voor cultuur. Geef onze culturele professionals het vertrouwen én hun artistieke vrijheid terug. Investeer in het cultureel experiment!